SV | [Beth.] Zij weent steeds des nachts, en haar tranen [lopen] over haar kinnebakken; zij heeft geen trooster onder al haar liefhebbers; al haar vrienden hebben trouwelooslijk met haar gehandeld, zij zijn haar tot vijanden geworden. |
WLC | בָּכֹ֨ו תִבְכֶּ֜ה בַּלַּ֗יְלָה וְדִמְעָתָהּ֙ עַ֣ל לֶֽחֱיָ֔הּ אֵֽין־לָ֥הּ מְנַחֵ֖ם מִכָּל־אֹהֲבֶ֑יהָ כָּל־רֵעֶ֙יהָ֙ בָּ֣גְדוּ בָ֔הּ הָ֥יוּ לָ֖הּ לְאֹיְבִֽים׃ ס |
Trans. | bāḵwō ṯiḇəkeh ballayəlâ wəḏimə‘āṯāh ‘al leḥĕyāh ’ên-lāh mənaḥēm mikāl-’ōhăḇeyhā kāl-rē‘eyhā bāḡəḏû ḇāh hāyû lāh lə’ōyəḇîm: |
[Beth.] Zij weent steeds des nachts, en haar tranen [lopen] over haar kinnebakken; zij heeft geen trooster onder al haar liefhebbers; al haar vrienden hebben trouwelooslijk met haar gehandeld, zij zijn haar tot vijanden geworden.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
[Beth.] Zij weent steeds des nachts, en haar tranen [lopen] over haar kinnebakken; zij heeft geen trooster onder al haar liefhebbers; al haar vrienden hebben trouwelooslijk met haar gehandeld, zij zijn haar tot vijanden geworden.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!